"flight" übersetzt von Englische ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

flight:
- vlucht; vliegreis; vliegtocht; ontsnapping; uitbraak; ontvluchting; uitbreken; trap
Wiktionary:
- flight → vlucht, vliegen
- flight → vlucht, het opvliegen, de bloei (fig.)

Englisch

Detailübersetzungen für flight (Englisch) ins Niederländisch

the flight

– a scheduled trip by plane between designated airports ¹
de vlucht; de vliegreis; de vliegtocht
- vlucht [de ~] Nomen
- vliegreis [de ~] Nomen
- vliegtocht [de ~ (m)] Nomen
the flight (escape; breakout; escaping; break; getting away; jailbreak)

– the act of escaping physically ¹
de ontsnapping; de uitbraak; de ontvluchting; uitbreken
- ontsnapping [de ~ (v)] Nomen
- uitbraak [de ~] Nomen
- ontvluchting [de ~ (v)] Nomen
- uitbreken [znw.] Nomen
the flight (flight of stairs; flight of steps)

– a stairway (set of steps) between one floor or landing and the next ¹
de trap
- trap [de ~ (m)] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ontsnapping	break; breakout; escape; escaping; flight; getting away; jailbreak
ontvluchting	break; breakout; escape; escaping; flight; getting away; jailbreak
trap	flight; flight of stairs; flight of steps	boot; flight of stairs; kick; kicking; staircase; stairs; stairway; stepladder; steps; trap
uitbraak	break; breakout; escape; escaping; flight; getting away; jailbreak
uitbreken	break; breakout; escape; escaping; flight; getting away; jailbreak
vliegreis	flight
vliegtocht	flight	flying-trip
vlucht	flight
-	escape; flying; trajectory
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	fledge
Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	flight of steps; flying trip

flight

noun

flight

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• flight	→ vlucht	↔ Flug — Fortbewegung eines Körpers durch die Luft durch Ausnutzung der Gesetze der Aerodynamik
• flight	→ vlucht; het opvliegen; de bloei (fig.)	↔ essor — action de l’oiseau qui s’élance pour prendre son vol.
• flight	→ vlucht	↔ fuite — Action de fuir
• flight	→ vlucht	↔ vol — mouvement des oiseaux et de divers animaux, qui se soutiennent et avancent dans l’air au moyen de leurs ailes.