Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
- expressions:
- expression:
-
Wiktionary:
- expression → uitdrukking, gelaatsuitdrukking, spreekwijze, wijze van spreken, expressie
- expression → air, gelaatsuitdrukking, mijne, gezicht, uiterlijk, uitzicht, woord, bewoording, zinswending, gezegde, spreekwijze, zegswijze, betuiging, uitdrukking, uiting
Englisch
Detailübersetzungen für expressions (Englisch) ins Niederländisch
expressions:
-
the expressions (idiom)
Übersetzung Matrix für expressions:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
uitdrukkingen | expressions; idiom |
Verwandte Wörter für "expressions":
expression:
-
the expression (utterance)
-
the expression (phrase; statement; saying; turn of phrase; term; meaning)
-
the expression (facial expression; look)
-
the expression
– Any combination of operators, constants, literal values, functions, and names of fields (columns), controls, and properties that evaluates to a single value. 1
Übersetzung Matrix für expression:
Verwandte Wörter für "expression":
Synonyms for "expression":
Antonyme für "expression":
Verwandte Definitionen für "expression":
Wiktionary Übersetzungen für expression:
expression
Cross Translation:
noun
expression
-
mathematics: arrangement of symbols
- expression → uitdrukking
-
facial appearance
- expression → gelaatsuitdrukking; uitdrukking
-
colloquialism or idiom
- expression → uitdrukking; spreekwijze; wijze van spreken
-
particular way of phrasing an idea
- expression → uitdrukking
noun
-
uitdrukking van het gezicht
-
verbinding van woorden
-
geheel van sprekende gelaatstrekken
-
het uitdrukken, uiting
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• expression | → air; gelaatsuitdrukking; mijne; gezicht; uiterlijk; uitzicht | ↔ Miene — Gesichtszüge als situativer Wesens- bzw. Gemütsausdruck |
• expression | → gelaatsuitdrukking; air; gezicht; mijne; uiterlijk; uitzicht | ↔ Miene — äußere Erscheinung, mit besonderer Betonung des Gesichts |
• expression | → woord | ↔ Wort — Linguistik: kleinste, eine selbstständige Bedeutung tragende Einheit der Sprache, eine grammatische Einheit |
• expression | → bewoording; zinswending; gezegde; spreekwijze; zegswijze; betuiging; uitdrukking; uiting | ↔ locution — linguistique|fr Unité fonctionnelle du langage, composée de plusieurs mots graphiques, appartenant à la langue et devant être apprise en tant que forme globale non divisible. |
• expression | → air; gelaatsuitdrukking; gezicht; uiterlijk; uitzicht | ↔ mine — air qui résulter de la conformation extérieure de la personne, et principalement du visage. |