Übersicht


Englisch

Detailübersetzungen für build out (Englisch) ins Niederländisch

build out:

to build out Verb (builds out, built out, building out)

  1. to build out (expand; extend; widen; )
    uitbreiden; expanderen; verruimen; vermeerderen; verwijden; uitbouwen; verbreiden; uitdijen; openen
    • uitbreiden Verb (breid uit, breidt uit, breidde uit, breidden uit, uitgebreid)
    • expanderen Verb
    • verruimen Verb (verruim, verruimt, verruimde, verruimden, verruimd)
    • vermeerderen Verb (vermeerder, vermeerdert, vermeerderde, vermeerderden, vermeerd)
    • verwijden Verb (verwijd, verwijdt, verwijdde, verwijdden, verwijd)
    • uitbouwen Verb (bouw uit, bouwt uit, bouwde uit, bouwden uit, uit gebouwd)
    • verbreiden Verb (verbreid, verbreidt, verbreidde, verbreidden, verbreid)
    • uitdijen Verb (dij uit, dijt uit, dijde uit, dijden uit, uitgedijd)
    • openen Verb (open, opent, opende, openden, geopend)
  2. to build out (extend; expand; build; )
    uitbouwen; bijbouwen; aanbouwen
    • uitbouwen Verb (bouw uit, bouwt uit, bouwde uit, bouwden uit, uit gebouwd)
    • bijbouwen Verb (bouw bij, bouwt bij, bouwde bij, bouwden bij, bijgebouwd)
    • aanbouwen Verb (bouw aan, bouwt aan, bouwde aan, bouwden aan, aangebouwd)

Konjugationen für build out:

present
  1. build out
  2. build out
  3. builds out
  4. build out
  5. build out
  6. build out
simple past
  1. built out
  2. built out
  3. built out
  4. built out
  5. built out
  6. built out
present perfect
  1. have built out
  2. have built out
  3. has built out
  4. have built out
  5. have built out
  6. have built out
past continuous
  1. was building out
  2. were building out
  3. was building out
  4. were building out
  5. were building out
  6. were building out
future
  1. shall build out
  2. will build out
  3. will build out
  4. shall build out
  5. will build out
  6. will build out
continuous present
  1. am building out
  2. are building out
  3. is building out
  4. are building out
  5. are building out
  6. are building out
subjunctive
  1. be built out
  2. be built out
  3. be built out
  4. be built out
  5. be built out
  6. be built out
diverse
  1. build out!
  2. let's build out!
  3. built out
  4. building out
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Übersetzung Matrix für build out:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
uitdijen arising; emerging; expanding; growing; increasing; rising; swelling
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aanbouwen add; add new buildings; add on to; build; build out; expand; extend
bijbouwen add; add new buildings; add on to; build; build out; expand; extend
expanderen add; add on to; build out; expand; extend; swell; widen
openen add; add on to; build out; expand; extend; swell; widen bring up; broach; broach a subject; cut into; introduce; make public; open; open up; publish; put forward; put on the table; release; start; turn on; uncover; unlock; unscrew
uitbouwen add; add new buildings; add on to; build; build out; expand; extend; swell; widen
uitbreiden add; add on to; build out; expand; extend; swell; widen enlarge; expand; extend; increase; increase in number
uitdijen add; add on to; build out; expand; extend; swell; widen expand; grow; swell
verbreiden add; add on to; build out; expand; extend; swell; widen cast around; disperse; make generally known; scatter; sow; spread; sprinkle; strew about; toss about
vermeerderen add; add on to; build out; expand; extend; swell; widen add to; arise; ascent; enlarge; expand; extend; grow; increase; increase in number; rise
verruimen add; add on to; build out; expand; extend; swell; widen
verwijden add; add on to; build out; expand; extend; swell; widen broaden; spread; widen

Verwandte Übersetzungen für build out