Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
calling name:
-
Wiktionary:
calling name → roepnaam
-
Wiktionary:
Englisch
Detailübersetzungen für calling name (Englisch) ins Niederländisch
calling name: (*Wort und Satz getrennt)
- call: noemen; vernoemen; een naam geven; bellen; aanbellen; opbellen; telefoontje plegen; iemand opbellen; roepen; benoemen; bestempelen; betitelen; aanroepen; praaien; luiden; telefoontje; bonzen; belletje; telefonisch bericht; erbij halen; oproeping; convocatie; erbij roepen; bijeenroepen; lokroep; samenroepen; convoceren; loktoon; oproep; afkondigen; verordenen; geluidssignaal; decreteren; ordonneren; geluidssein; verordineren
- calling: roep; geschreeuw; geroep; roeping; vocatie; aanroepen; toeroepen; aanroeping; praaien
- name: naam; roep; faam; noemen; vernoemen; een naam geven; term; bekendheid; reputatie; merk; merknaam; benoemen; bestempelen; betitelen; dopen; aanduiding; benaming; benoeming; opsommen; opnoemen; predikaat; grammaticaal predikaat
Wiktionary Übersetzungen für calling name:
calling name
noun
-
anthropology, linguistics: the name by which a person is normally identified in conversation
- calling name → roepnaam
Computerübersetzung von Drittern: