Englisch
Detailübersetzungen für clamp (Englisch) ins Niederländisch
clamp:
-
the clamp (cramp-iron; clip; cramp)
-
the clamp (cramp)
-
the clamp (brace; lock)
-
the clamp (cramp; cramp-iron; clip)
-
to clamp (oppress; gag)
-
to clamp (grab; grasp; take hold of; clasp; catch; seize; grip)
-
to clamp
-
to clamp (handcuff; shackle; fetter)
handboeien omdoen; ketenen; in de boeien slaan-
handboeien omdoen Verb (doe handboeien om, doet handboeien om, deed handboeien om, deden handboeien om, handboeien omgedaan)
-
in de boeien slaan Verb (sla in de boeien, slaat in de boeien, sloeg in de boeien, sloegen in de boeien, in de boeien geslagen)
-
Konjugationen für clamp:
present
- clamp
- clamp
- clamps
- clamp
- clamp
- clamp
simple past
- clamped
- clamped
- clamped
- clamped
- clamped
- clamped
present perfect
- have clamped
- have clamped
- has clamped
- have clamped
- have clamped
- have clamped
past continuous
- was clamping
- were clamping
- was clamping
- were clamping
- were clamping
- were clamping
future
- shall clamp
- will clamp
- will clamp
- shall clamp
- will clamp
- will clamp
continuous present
- am clamping
- are clamping
- is clamping
- are clamping
- are clamping
- are clamping
subjunctive
- be clamped
- be clamped
- be clamped
- be clamped
- be clamped
- be clamped
diverse
- clamp!
- let's clamp!
- clamped
- clamping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they