Home ->Wörterbücher ->Englisch/Niederländisch ->Suche: successive

Englische und niederländische Suchergebnisse für: successive

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

successive:
- opeenvolgend; achtereenvolgend; aaneenvolgend; successief
success:
- succes; lukken; slagen; gelukken; voorspoedigheid; welslagen; welvaart; welstand
Wiktionary:
- successive → successief
- success → succes, welgang
- success → succes, welslagen, gevolg, uitvloeisel, voortvloeisel, afloop, resultaat, uitkomst, consequentie, eindresultaat, bloei, welvarendheid, geluk, voorspoed, welstand, welvaart, prosperiteit

Englisch

Detailübersetzungen für successive (Englisch) ins Niederländisch

successive:

successive Adjektiv

successive (consecutive; successively)
opeenvolgend; achtereenvolgend; aaneenvolgend
- opeenvolgend Adjektiv
- achtereenvolgend Adjektiv
- aaneenvolgend Adjektiv
successive (successively; consecutive)
successief
- successief Adjektiv

Übersetzung Matrix für successive:

Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
achtereenvolgend	consecutive; successive; successively	gradually; one by one; successively
opeenvolgend	consecutive; successive; successively
successief	consecutive; successive; successively
-	consecutive; sequent; sequential; serial
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
aaneenvolgend	consecutive; successive; successively

Verwandte Wörter für "successive":

successively, success

Synonyms for "successive":

consecutive; sequent; sequential; serial; ordered

Verwandte Definitionen für "successive":

in regular succession without gaps¹

Wiktionary Übersetzungen für successive:

successive

adjective

achtereenvolgend, opeenvolgend
- successief → successive

successive form of success:

success [the ~] Nomen

the success
het succes
- succes [het ~] Nomen
the success (succeeding; working)
lukken; het slagen; gelukken
- lukken [znw.] Nomen
- slagen [het ~] Nomen
- gelukken [znw.] Nomen
the success (prosperity)
het succes; voorspoedigheid; het welslagen
- succes [het ~] Nomen
- voorspoedigheid [znw.] Nomen
- welslagen [het ~] Nomen
the success (prosperity)
de welvaart; de welstand
- welvaart [de ~] Nomen
- welstand [de ~ (m)] Nomen

Übersetzung Matrix für success:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
gelukken	succeeding; success; working
lukken	succeeding; success; working
slagen	succeeding; success; working
succes	prosperity; success	bestseller; box-office success; chart topper; cracker; hit; smash; smash hit; smasher; winner
voorspoedigheid	prosperity; success
welslagen	prosperity; success
welstand	prosperity; success
welvaart	prosperity; success	prosperity
-	achiever; succeeder; winner
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
lukken		bring home the bacon; come through; deliver the goods; succeed; win
slagen		be successful
Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	prosperity; success with the public

Verwandte Wörter für "success":

successive, successes

Synonyms for "success":

happening; occurrence; occurrent; natural event
attainment
prosperity; successfulness
achiever; winner; succeeder; person; individual; someone; somebody; mortal; soul

Antonyme für "success":

failure; loser

Verwandte Definitionen für "success":

an attainment that is successful¹
- his success in the marathon was unexpected¹
- his new play was a great success¹
an event that accomplishes its intended purpose¹
- let's call heads a success and tails a failure¹
- the election was a remarkable success for the Whigs¹
a person with a record of successes¹
- if you want to be a success you have to dress like a success¹
a state of prosperity or fame¹
- he is enjoying great success¹
- he does not consider wealth synonymous with success¹

Wiktionary Übersetzungen für success:

success

noun

achievement of one's aim or goal
- success → succes; welgang

success

noun

het slagen van een opzet
- succes → success

Cross Translation:

From	To	Via
• success	→ succes	↔ Fang — übertragen: Ausbeute, Erfolg
• success	→ succes; welslagen; gevolg; uitvloeisel; voortvloeisel; afloop; resultaat; uitkomst; consequentie; eindresultaat	↔ aboutissement — Action d’aboutir.
• success	→ bloei; welvarendheid; geluk; voorspoed; welstand; welvaart; prosperiteit	↔ prospérité — heureux état, heureuse situation, soit des affaires générales, soit des affaires particulier.
• success	→ succes; welslagen	↔ succès — Ce qui arriver à quelqu’un de conforme au but qu’il se proposer dans une affaire, dans une entreprise, dans un travail.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University