Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
- continuously:
- continuous:
-
Wiktionary:
- continuously → continu
- continuously → aldoor, bij voortduring, permanent, voortdurend
- continuous → continu, ononderbroken, onophoudelijk, aanhoudend, voortdurend
- continuous → continu, gestaag, aanhoudend, onafgebroken, voortdurend, permanent, altijddurend, eeuwig, doorlopend, ononderbroken, blijvend, gedurig, vast
Englisch
Detailübersetzungen für continuously (Englisch) ins Niederländisch
continuously:
-
continuously (always; continuous; constantly; permanent; unremitting; unceasing; ever; without interruption)
altijd; continu; immer; steeds; voortdurend; onophoudelijk; permanent; doorlopend; constant-
altijd adv
-
continu Adjektiv
-
immer adv
-
steeds Adjektiv
-
voortdurend Adjektiv
-
onophoudelijk Adjektiv
-
permanent Adjektiv
-
doorlopend Adjektiv
-
constant Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für continuously:
Verwandte Wörter für "continuously":
Synonyms for "continuously":
Verwandte Definitionen für "continuously":
Wiktionary Übersetzungen für continuously:
continuously
Cross Translation:
adverb
-
without pause
- continuously → continu
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• continuously | → aldoor; bij voortduring; permanent; voortdurend | ↔ continuellement — Sans interruption, de manière continue. |
continuously form of continuous:
-
continuous (constant; all the time; continual; persistent; laced; repeated; unremitting; all along; everlasting; permanent; uninterrupted; lasting; restless; unbroken; connected; unceasing; undisturbed; untiring)
voortdurend; ononderbroken; continue; de hele tijd; onophoudelijk; steeds; almaar; gedurig; telkens; aldoor-
voortdurend Adjektiv
-
ononderbroken Adjektiv
-
continue Adjektiv
-
de hele tijd Adjektiv
-
onophoudelijk Adjektiv
-
steeds Adjektiv
-
almaar adv
-
gedurig Adjektiv
-
telkens adv
-
aldoor adv
-
-
continuous (constant; persistent; uninterrupted; unremitting; non stop; repeated)
voortdurend; constant; ononderbroken; onophoudelijk; onafgebroken; aanhoudend; onafgelaten-
voortdurend Adjektiv
-
constant Adjektiv
-
ononderbroken Adjektiv
-
onophoudelijk Adjektiv
-
onafgebroken Adjektiv
-
aanhoudend Adjektiv
-
onafgelaten Adjektiv
-
-
continuous (always; continuously; constantly; permanent; unremitting; unceasing; ever; without interruption)
altijd; continu; immer; steeds; voortdurend; onophoudelijk; permanent; doorlopend; constant-
altijd adv
-
continu Adjektiv
-
immer adv
-
steeds Adjektiv
-
voortdurend Adjektiv
-
onophoudelijk Adjektiv
-
permanent Adjektiv
-
doorlopend Adjektiv
-
constant Adjektiv
-
-
continuous (unceasing; uninterrupted)
ononderbroken; voortdurend; continu; continue; onophoudelijk; doorlopend; aaneengesloten; aanhoudend; onafgebroken-
ononderbroken Adjektiv
-
voortdurend Adjektiv
-
continu Adjektiv
-
continue Adjektiv
-
onophoudelijk Adjektiv
-
doorlopend Adjektiv
-
aaneengesloten Adjektiv
-
aanhoudend Adjektiv
-
onafgebroken Adjektiv
-
-
continuous (trough; running; non stop)
-
continuous (everlasting; perpetual; unremitting; permanent; constant; unceasing; continual; persistent; lasting; unending)
eeuwig; constant; doorlopend; continue; altijddurend-
eeuwig Adjektiv
-
constant Adjektiv
-
doorlopend Adjektiv
-
continue Adjektiv
-
altijddurend Adjektiv
-
-
continuous (lasting; constant; continual)
Übersetzung Matrix für continuous:
Verwandte Wörter für "continuous":
Synonyms for "continuous":
Antonyme für "continuous":
Verwandte Definitionen für "continuous":
Wiktionary Übersetzungen für continuous:
continuous
Cross Translation:
adjective
continuous
-
in mathematical analysis
- continuous → continu
-
without break, cessation, or interruption in space
- continuous → continu; ononderbroken
-
without break, cessation, or interruption in time
- continuous → onophoudelijk; aanhoudend; voortdurend; ononderbroken; continu
adjective
-
zonder ophouden.
-
voortdurend, zonder onderbreking
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• continuous | → continu; gestaag | ↔ kontinuierlich — stetig, über einen langen Zeitraum fortlaufend |
• continuous | → continu; gestaag | ↔ stetig — kontinuierlich, zusammenhängend, ohne Unterbrechung |
• continuous | → continu | ↔ stetig — Mathematik (v. a.: Analysis, Topologie): Eine Funktion rsp. deren Graf ist stetig, wenn verschwindend (infinitesimal) kleine Änderungen des Argumentes (der Argumente) nur zu verschwindend kleinen Änderungen des Funktionswertes führen. (keine "Sprünge" im Graphen) |
• continuous | → aanhoudend; continu; onafgebroken; voortdurend | ↔ continuel — Qui ne cesser pas ou cesse rarement. |
• continuous | → permanent; altijddurend; eeuwig; voortdurend; doorlopend; onafgebroken; ononderbroken; blijvend; gedurig; vast | ↔ permanent — Qui est stable, immuable, qui dure sans changer, qui dure constamment. |