Englisch
Detailübersetzungen für chucklehead (Englisch) ins Niederländisch
chucklehead: (*Wort und Satz getrennt)
- chuckle: lachen; schateren; grinniken; gniffelen; ginnegappen; glimlachen; grijnzen; proesten; gnuiven; heimelijk lachen; meesmuilen; gegrinnik; fijntjes lachen; spottend glimlachen
- head: hoofd; bol; hoofd van een mens; baas; chef; voorman; werkbaas; kop; kopzin; hoofdeinde; opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; hoofdman; krop; opeengepakte bladeren; knotten