Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
indeed:
- wel; jawel; tja; vanzelfsprekend; natuurlijk; uiteraard; zonder twijfel; bijgevolg; onontkomelijk; zeker; dus; logisch; allicht; 'tuurlijk; vast en zeker; waarachtig; stellig; waarlijk; vast; feitelijk; beslist; reëel; heus; welzeker; voorzeker; gewis; geheid; echt; wel degelijk; trouwens; à propos; weliswaar; daadwerkelijk; metterdaad; effectief; werkelijk; warempel; waar; ongetwijfeld; jazeker; voorwaar
- inderdaad; ja
-
Wiktionary:
- indeed → inderdaad, en of
- indeed → inderdaad, daadwerkelijk, idd, waarachtig
- indeed → wel, weliswaar, inderdaad
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
Englisch
Detailübersetzungen für indeed (Englisch) ins Niederländisch
indeed:
-
indeed (well)
-
indeed (well)
-
indeed (naturally; of course; obviously; apparently; without doubt; to be sure)
vanzelfsprekend; natuurlijk; uiteraard; zonder twijfel; bijgevolg; onontkomelijk; zeker; dus; logisch; allicht; 'tuurlijk-
vanzelfsprekend Adjektiv
-
natuurlijk Adjektiv
-
uiteraard adv
-
zonder twijfel Adjektiv
-
bijgevolg adv
-
onontkomelijk Adjektiv
-
zeker Adjektiv
-
dus Adjektiv
-
logisch Adjektiv
-
allicht adv
-
-
indeed (truthfully; definitely; genuinely; really; factually; certainly; surely; actually)
-
indeed (really; truly)
echt; zeker; waarlijk; stellig; beslist; wel degelijk; reëel; waarachtig; voorzeker; vast en zeker; welzeker; gewis; geheid; heus-
echt Adjektiv
-
zeker Adjektiv
-
waarlijk adv
-
stellig Adjektiv
-
beslist Adjektiv
-
wel degelijk Adjektiv
-
reëel Adjektiv
-
waarachtig Adjektiv
-
voorzeker adv
-
vast en zeker Adjektiv
-
welzeker adv
-
gewis Adjektiv
-
geheid Adjektiv
-
heus Adjektiv
-
-
indeed (by the way)
-
indeed
-
indeed (actual)
-
indeed (really; effectively; real; sure enough; sure; in fact)
effectief; reëel; werkelijk; metterdaad; warempel; echt; heus; waarachtig; waar-
effectief Adjektiv
-
reëel Adjektiv
-
werkelijk Adjektiv
-
metterdaad adv
-
warempel adv
-
echt Adjektiv
-
heus Adjektiv
-
waarachtig Adjektiv
-
waar Adjektiv
-
-
indeed (absolutely; sure)
zeker; beslist; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid-
zeker Adjektiv
-
beslist Adjektiv
-
ongetwijfeld adv
-
vast en zeker Adjektiv
-
geheid Adjektiv
-
-
indeed (certainly; certainly yes; positively; definitely)
-
indeed (undoubtedly; sure)
ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; welzeker; waarachtig; beslist; voorzeker; heus; gewis; geheid; waarlijk-
ongetwijfeld adv
-
zeker Adjektiv
-
vast en zeker Adjektiv
-
welzeker adv
-
waarachtig Adjektiv
-
beslist Adjektiv
-
voorzeker adv
-
heus Adjektiv
-
gewis Adjektiv
-
geheid Adjektiv
-
waarlijk adv
-
-
indeed (verily; truly; in truth)
-
indeed (genuine; truly; actual; really; real; in truth; to be sure; it's true)
Übersetzung Matrix für indeed:
Synonyms for "indeed":
Verwandte Definitionen für "indeed":
Verwandte Übersetzungen für indeed
Niederländisch
Detailübersetzungen für indeed (Niederländisch) ins Englisch
indeed form of indoen:
Konjugationen für indoen:
o.t.t.
- doe in
- doet in
- doet in
- doen in
- doen in
- doen in
o.v.t.
- deed in
- deed in
- deed in
- deden in
- deden in
- deden in
v.t.t.
- heb ingedaan
- hebt ingedaan
- heeft ingedaan
- hebben ingedaan
- hebben ingedaan
- hebben ingedaan
v.v.t.
- had ingedaan
- had ingedaan
- had ingedaan
- hadden ingedaan
- hadden ingedaan
- hadden ingedaan
o.t.t.t.
- zal indoen
- zult indoen
- zal indoen
- zullen indoen
- zullen indoen
- zullen indoen
o.v.t.t.
- zou indoen
- zou indoen
- zou indoen
- zouden indoen
- zouden indoen
- zouden indoen
en verder
- is ingedaan
diversen
- doe in!
- doet in!
- ingedaan
- indoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für indoen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
put in | doen in; inbrengen; indoen; instoppen | binnensteken; binnenzetten; inbrengen; inprikken; insteken; invoegen |
Wiktionary Übersetzungen für indoen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• indoen | → introduce; insert; put away; put in; stow; enclose; enter; input; sheathe; announce; advertise; give notice of | ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre. |
• indoen | → put; put on; apply; lay down; place; put down; lay; set; insert; put away; put in; stow; enclose; introduce | ↔ mettre — placer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé. |