Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
in person:
-
Wiktionary:
in person → persoonlijk, in het vlees, in persoon -
Synonyms for "in-person":
in the flesh; personal -
Synonyms for "in person":
personally
-
Wiktionary:
Englisch
Detailübersetzungen für in person (Englisch) ins Niederländisch
in person: (*Wort und Satz getrennt)
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
- person: persoon; mens; wezen; individu; sterveling; iemand; mensenkind
in-person:
Übersetzung Matrix für in-person:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | in the flesh |
Synonyms for "in-person":
Verwandte Definitionen für "in-person":
in person:
Übersetzung Matrix für in person:
Adverb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | personally |
Synonyms for "in person":
Verwandte Definitionen für "in person":
Wiktionary Übersetzungen für in person:
in person
adverb
-
actually present
- in person → persoonlijk; in het vlees; in persoon