Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. zitterend:


Deutsch

Detailübersetzungen für zitterend (Deutsch) ins Niederländisch

zitterend:

zitterend Adjektiv

  1. zitterend (bebend)
    huiverend; sidderend
  2. zitterend (bebend)
    bevend; bibberend; rillend
  3. zitterend (vibrierend; bebend)
    vibrerend; trillend

Übersetzung Matrix für zitterend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bevend bebend; zitterend
bibberend bebend; zitterend
huiverend bebend; zitterend
rillend bebend; zitterend
sidderend bebend; zitterend
trillend bebend; vibrierend; zitterend
vibrerend bebend; vibrierend; zitterend