Detailübersetzungen für wegsenden (Deutsch) ins Niederländisch
wegsenden:
-
verzenden;
sturen;
opsturen;
toezenden;
posten;
wegzenden;
wegsturen
-
verzenden
Verb
(verzend, verzendt, verzond, verzonden, verzonden)
-
sturen
Verb
(stuur, stuurt, stuurde, stuurden, gestuurd)
-
opsturen
Verb
(stuur op, stuurt op, stuurde op, stuurden op, opgestuurd)
-
toezenden
Verb
(zend toe, zendt toe, zond toe, zonden toe, toegezonden)
-
posten
Verb
(post, postte, postten, gepost)
-
wegzenden
Verb
(zend weg, zendt weg, zond weg, zonden weg, weggezonden)
-
wegsturen
Verb
(stuur weg, stuurt weg, stuurde weg, stuurden weg, weggestuurd)
Übersetzung Matrix für wegsenden:
Computerübersetzung von Drittern: