Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
- verbergen:
-
Wiktionary:
- verbergen → verbergen, verstoppen, schuilen, verzwijgen, wegstoppen, ontveinzen, verhelen, verschuilen
- verbergen → schuilen, verbergen
Deutsch
Detailübersetzungen für verbergt (Deutsch) ins Niederländisch
verbergt form of verbergen:
-
verbergen (verstecken; kamouflieren)
-
verbergen (verstecken; kamouflieren; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; abschirmen; tarnen; zurückhalten; hinterziehen; verhehlen)
-
verbergen (sich verstecken; verstecken; Schutz suchen)
-
verbergen (verhehlen)
-
verbergen (verschweigen; verheimlichen; verstecken; zurückhalten)
Konjugationen für verbergen:
Präsens
- verberge
- verbergen
- verbergt
- verbergen
Perfekt
- habe verborgen
- hast verborgen
- hat verborgen
- haben verborgen
- habt verborgen
- haben verborgen
1. Konjunktiv [1]
- verberge
- verbergest
- verberge
- verbergen
- verberget
- verbergen
2. Konjunktiv
- verbergte
- verbergtest
- verbergte
- verbergten
- verbergtet
- verbergten
Futur 1
- werde verbergen
- wirst verbergen
- wird verbergen
- werden verbergen
- werdet verbergen
- werden verbergen
1. Konjunktiv [2]
- würde verbergen
- würdest verbergen
- würde verbergen
- würden verbergen
- würdet verbergen
- würden verbergen
Diverses
- verberg!
- verbergt!
- verbergen Sie!
- verborgen
- verbergend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Übersetzung Matrix für verbergen:
Synonyms for "verbergen":
Wiktionary Übersetzungen für verbergen:
verbergen
verbergen
Cross Translation:
-
etwas verstecken
- verbergen → verbergen; verstoppen; schuilen
-
etwas nicht zeigen
- verbergen → verbergen
verb
-
zich verbergen voor iets
-
iets ergens plaatsen waar het niet gemakkelijk door anderen gevonden wordt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verbergen | → verbergen; verstoppen | ↔ conceal — to hide something |
• verbergen | → verbergen; verzwijgen | ↔ feign — to dissemble |
• verbergen | → verbergen; verstoppen; wegstoppen | ↔ hide — (transitive) |
• verbergen | → wegstoppen; verstoppen; verbergen | ↔ hide — (intransitive) |
• verbergen | → verbergen; verstoppen; ontveinzen; verhelen; verschuilen | ↔ cacher — mettre (une personne ou une chose) en un lieu où on ne peut pas la voir, la découvrir. |