Deutsch
Detailübersetzungen für illuster (Deutsch) ins Niederländisch
illuster:
-
illuster (herrschaftlich; vornehm; stattlich; elegant; würdevoll; ansehnlich; königlich; schick; herrlich; wert; gehoben; würdig; hocherhaben; erhaben)
gedistingeerd; beroemd; voornaam; illuster; hooggeplaatst; adelijk; verheven; gewichtig; aanzienlijk; doorluchtig-
gedistingeerd Adjektiv
-
beroemd Adjektiv
-
voornaam Adjektiv
-
illuster Adjektiv
-
hooggeplaatst Adjektiv
-
adelijk Adjektiv
-
verheven Adjektiv
-
gewichtig Adjektiv
-
aanzienlijk Adjektiv
-
doorluchtig Adjektiv
-
-
illuster
doorluchtige-
doorluchtige Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für illuster:
Synonyms for "illuster":
Computerübersetzung von Drittern: