Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
- ergeben:
-
Wiktionary:
- ergeben → onderwerpen
- ergeben → voortbrengen, aanhankelijk, gehecht, opofferingsgezind, toegenegen, bestellen, leveren, afleveren, toevoeren, in de steek laten, laten varen, verlaten, vergeven, weggeven, wegschenken, aanbrengen, aangeven, klikken, verklikken
Deutsch
Detailübersetzungen für ergaben (Deutsch) ins Niederländisch
ergeben:
-
ergeben (ausgewählt; lieb; teuer; wert)
favoriete; dierbaar; lievelings; geselecteerd; verkoren; toegenegen-
favoriete Adjektiv
-
dierbaar Adjektiv
-
lievelings Adjektiv
-
geselecteerd Adjektiv
-
verkoren Adjektiv
-
toegenegen Adjektiv
-
-
ergeben (anhänglich; zugetan)
aanhankelijk-
aanhankelijk Adjektiv
-
-
ergeben (gelassen)
-
ergeben (gewinnen; einbringen; eintragen; abwerfen)
-
ergeben (erbrechen; kotzen; übergeben; spucken; herauswürgen; sich übergeben; speien; sich erbrechen)
-
ergeben (aufgeben; übergeben; überliefern)
-
ergeben (anvertrauen)
Konjugationen für ergeben:
Präsens
- ergebe
- ergibst
- ergibt
- ergeben
- ergebt
- ergeben
Imperfekt
- ergab
- ergabst
- ergab
- ergaben
- ergabt
- ergaben
Perfekt
- habe ergeben
- hast ergeben
- hat ergeben
- haben ergeben
- habt ergeben
- haben ergeben
1. Konjunktiv [1]
- ergebe
- ergebest
- ergebe
- ergeben
- ergebet
- ergeben
2. Konjunktiv
- ergäbe
- ergäbest
- ergäbe
- ergäben
- ergäbet
- ergäben
Futur 1
- werde ergeben
- wirst ergeben
- wird ergeben
- werden ergeben
- werdet ergeben
- werden ergeben
1. Konjunktiv [2]
- würde ergeben
- würdest ergeben
- würde ergeben
- würden ergeben
- würdet ergeben
- würden ergeben
Diverses
- ergeb!
- ergebt!
- ergeben Sie!
- ergeben
- ergebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Übersetzung Matrix für ergeben:
Synonyms for "ergeben":
Wiktionary Übersetzungen für ergeben:
ergeben
Cross Translation:
verb
-
zich overgeven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ergeben | → voortbrengen | ↔ yield — to produce as a result |
• ergeben | → aanhankelijk; gehecht; opofferingsgezind; toegenegen | ↔ affectueux — Qui montre de l’affection, de l’amour. |
• ergeben | → bestellen; leveren; afleveren; toevoeren; in de steek laten; laten varen; verlaten; vergeven; weggeven; wegschenken; aanbrengen; aangeven; klikken; verklikken | ↔ livrer — Traductions à trier suivant le sens |