Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze dicht

übersetze dicht von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

dicht:
- dichtbij; in de buurt; nabijgelegen; vlakbij; nabij; gesloten; dicht; op slot; dicht opeen; potdicht; nabije
Wiktionary:
- dicht → dicht
- dicht → dichtbij, dicht, dichte, dichtopeengepakt, dichtopeengepakte, dik, gebonden

Deutsch

Detailübersetzungen für dicht (Deutsch) ins Niederländisch

dicht:

dicht Adjektiv

dicht (in-der-Nähe; nahe; naheliegend; nah; knapp; eng)
dichtbij
– op een kleine afstand ¹
- dichtbij Adjektiv
  - de school is dichtbij voor ons¹
in de buurt; nabijgelegen; vlakbij; nabij
- in de buurt Adjektiv
- nabijgelegen Adjektiv
- vlakbij adv
- nabij Adjektiv
dicht (abgeschlossen; geschlossen; verschlossen; fest verschlossen)
gesloten; dicht; op slot
- gesloten Adjektiv
- dicht Adjektiv
- op slot Adjektiv
dicht (kurz hintereinander)
dicht opeen; dicht
- dicht opeen Adjektiv
- dicht Adjektiv
dicht (festverschlossen; geschlossen; abgeschlossen; verschlossen)
potdicht
- potdicht Adjektiv
dicht (dicht bei; in der Nähe; nah)
nabije
- nabije Adjektiv

Übersetzung Matrix für dicht:

Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dicht	abgeschlossen; dicht; fest verschlossen; geschlossen; kurz hintereinander; verschlossen	abgeschlossen; geschlossen
dichtbij	dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend
gesloten	abgeschlossen; dicht; fest verschlossen; geschlossen; verschlossen	abgeschlossen; geschlossen; reserviert; schweigsam; wenig sprechend; zurückhaltend
nabij	dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend
nabijgelegen	dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend
potdicht	abgeschlossen; dicht; festverschlossen; geschlossen; verschlossen
Adverb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
vlakbij	dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
dicht opeen	dicht; kurz hintereinander
in de buurt	dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend
nabije	dicht; dicht bei; in der Nähe; nah
op slot	abgeschlossen; dicht; fest verschlossen; geschlossen; verschlossen

Synonyms for "dicht":

abgeschlossen; abgesperrt; verriegelt; verschlossen; versperrt; zu
eng; fest; massiv
geschlossen; gesperrt; zu
konsistent
hermetisch; luftdicht; undurchdringlich; undurchlässig
bekifft; drauf; drogenberauscht; stoned; zugedröhnt; zugeknallt

Wiktionary Übersetzungen für dicht:

dicht

adjective

compact
- dicht → dicht
gesloten
- dicht → dicht; geschlossen

Cross Translation:

From	To	Via
• dicht	→ dichtbij	↔ closely — in a close manner
• dicht	→ dicht; dichte; dichtopeengepakt; dichtopeengepakte	↔ thick — densely crowded or packed
• dicht	→ dicht; dik; gebonden	↔ dense — épais, compact, dont les parties nous paraissent plus épaisses ou plus serrées.

Verwandte Übersetzungen für dicht

¹Muiswerk Woordenboek