Deutsch
Detailübersetzungen für auseinanderreißen (Deutsch) ins Niederländisch
auseinanderreißen:
-
auseinanderreißen (entzweireißen; zerreißen)
uit elkaar trekken; uit elkaar rukken; uiteentrekken-
uit elkaar trekken Verb (trek uit elkaar, trekt uit elkaar, trok uit elkaar, trokken uit elkaar, uit elkaar getrokken)
-
uit elkaar rukken Verb (ruk uit elkaar, rukt uit elkaar, rukte uit elkaar, rukten uit elkaar, uit elkaar gerukt)
-
uiteentrekken Verb
-
Übersetzung Matrix für auseinanderreißen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
uit elkaar rukken | auseinanderreißen; entzweireißen; zerreißen | |
uit elkaar trekken | auseinanderreißen; entzweireißen; zerreißen | |
uiteentrekken | auseinanderreißen; entzweireißen; zerreißen |