Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
- abbilden:
-
Wiktionary:
- abbilden → afbeelden
- abbilden → vertegenwoordigen, staan voor, beschrijven, spelen, uitvoeren, voorspelen, betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden, zetten
Deutsch
Detailübersetzungen für abbilden (Deutsch) ins Niederländisch
abbilden:
-
abbilden (portrettieren; zeichnen; malen; darstellen)
-
abbilden (beschreiben; umschreiben; skizzieren; darstellen; entwerfen; schildern)
Übersetzung Matrix für abbilden:
Synonyms for "abbilden":
Wiktionary Übersetzungen für abbilden:
abbilden
Cross Translation:
verb
abbilden
verb
-
(overgankelijk) een beeldende gelijkenis maken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abbilden | → vertegenwoordigen; staan voor; beschrijven; spelen; uitvoeren; voorspelen; betuigen; opperen; uitdrukken; uiten; uitspreken; verwoorden; zetten | ↔ représenter — présenter de nouveau. |