"ernte" übersetzt von Deutsche ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Ernte:
- oogst; pluk; wijnoogst; opbrengst van gewas; opbrengst van een gewas; druivenoogst
Wiktionary:
- Ernte → oogst
- Ernte → oogst, opbrengst, pluk

Deutsch

Detailübersetzungen für Ernte (Deutsch) ins Niederländisch

die Ernte (Ertrag; Erträge; Lese; Weinlese; Pflücken)
de oogst; de pluk; de wijnoogst
- oogst [de ~ (m)] Nomen
- pluk [de ~ (m)] Nomen
- wijnoogst [de ~ (m)] Nomen
die Ernte (Ertrag; Pflücken; Erträge; Lese; Wisch; Büschel; Weinlese; Einsammlung)
de oogst; opbrengst van gewas; de pluk; de wijnoogst
- oogst [de ~ (m)] Nomen
- opbrengst van gewas [znw.] Nomen
- pluk [de ~ (m)] Nomen
- wijnoogst [de ~ (m)] Nomen
die Ernte (Ertrag; Gewinnung; Hervorbringung; Erträge; Lese)
de oogst; opbrengst van een gewas
- oogst [de ~ (m)] Nomen
- opbrengst van een gewas [znw.] Nomen
die Ernte (Lese; Pflücken; Einsammlung; Ertrag; Erträge; Weinlese; Traubenlese)
de oogst; de wijnoogst; de druivenoogst; de pluk
- oogst [de ~ (m)] Nomen
- wijnoogst [de ~ (m)] Nomen
- druivenoogst [de ~ (m)] Nomen
- pluk [de ~ (m)] Nomen
die Ernte
de oogst
- oogst [de ~ (m)] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
druivenoogst	Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese
oogst	Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch	Erlös; Ertrag
opbrengst van een gewas	Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese
opbrengst van gewas	Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch
pluk	Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch
wijnoogst	Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch

Ernte

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Ernte	→ oogst	↔ harvest — process of harvesting, gathering the ripened crop
• Ernte	→ oogst	↔ harvest — yield of harvesting
• Ernte	→ oogst; opbrengst	↔ moisson — récolte des blés et autres céréales.
• Ernte	→ oogst; opbrengst; pluk	↔ récolte — Traductions à trier suivant le sens