"anstrich" übersetzt von Deutsche ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Anstrich:
- verf; snufje; vleugje; zweem; flinter; waas; schijntje; floers; vernis; schilderwerk; vernisje

Deutsch

Detailübersetzungen für Anstrich (Deutsch) ins Niederländisch

der Anstrich (Farbe)
de verf
- verf [de ~] Nomen
der Anstrich (Spur; Anflug; Schimmer)
het snufje; het vleugje; de zweem; de flinter; het waas; het schijntje; het floers
- snufje [het ~] Nomen
- vleugje [het ~] Nomen
- zweem [de ~ (m)] Nomen
- flinter [de ~ (m)] Nomen
- waas [het ~] Nomen
- schijntje [het ~] Nomen
- floers [het ~] Nomen
der Anstrich
de vernis
- vernis [de ~ (m)] Nomen
der Anstrich (Malerarbeiten; Malerei; Anstreichen; Färben)
het schilderwerk
- schilderwerk [het ~] Nomen
der Anstrich (Tünche)
het vernisje
- vernisje [het ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
flinter	Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur
floers	Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur
schijntje	Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur
schilderwerk	Anstreichen; Anstrich; Färben; Malerarbeiten; Malerei
snufje	Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur	Modeartikel; Neuigkeit
verf	Anstrich; Farbe
vernis	Anstrich	Lackanstrich
vernisje	Anstrich; Tünche
vleugje	Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur	Abglanz; Angewohnheit; Schein
waas	Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur	Anflug; Dampf; Duft; Dunst; Hauch; Nebel; Nebelichkeit; Qualm; Schleier
zweem	Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur	Ahnung; Schimmer; klein Bischen