Deutsch
Detailübersetzungen für Transportwesen (Deutsch) ins Niederländisch
Transportwesen: (*Wort und Satz getrennt)
- Transport: vervoer; transport; afvoer; verplaatsing; overbrenging; verscheping; vrachtvervoer; wegvervoer; wegtransport; overdracht; cessie; doorgifte
- Wesen: persoon; mens; wezen; individu; sterveling; iemand; mensenkind; personage; figuur; natuur; karakter; aard; mentaliteit; inslag; geaardheid; gemoed; inborst; midden; kern; essentie; temperament; gemoedsgesteldheid; gemoedsaard