Deutsch
Detailübersetzungen für Substanzen (Deutsch) ins Niederländisch
Substanzen: (*Wort und Satz getrennt)
- süß: lief; schattig; enig; allerliefst; vertederend; snoezig; dottig; zoet; gesuikerd; mooi; knap; fraai; attractief; goed ogend; welgevallig; zoetsmakend; leuk; sympathiek; liefelijk; bevallig; aardig; vriendelijk; aangenaam; behulpzaam; voorkomend; plezierig; attent; hulpvaardig; zachtaardig; goedaardig; goedhartig; zoetig; zoetsappig; beeldig
- stanzen: stansen; ponsen; doorponsen
- tanzen: dansen