Deutsch
Detailübersetzungen für Ankaufsumme (Deutsch) ins Niederländisch
Ankaufsumme: (*Wort und Satz getrennt)
- ankauf: boodschap; aankoop; koop; acquisitie; aanschaf; aanwinst; aangekochte
- Summe: bedrag; som; optelling; samentelling; somma
- Ankauf: inkoop; kopen; aankoop; afname; koop; acquisitie; aanschaf; verwerving; verkrijging
Wiktionary Übersetzungen für Ankaufsumme:
Ankaufsumme
noun
-
het geldbedrag waarvoor iets is gekocht