Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
außer Betrieb:
-
Wiktionary:
außer Betrieb → buiten bedrijf, buiten werking -
Synonyms for "außer Betrieb":
abgekackt; defekt; funktionsunfähig; hin; im Eimer; in die Brüche gegangen; kaputt; nicht funktionierend
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für außer Betrieb (Deutsch) ins Niederländisch
außer Betrieb: (*Wort und Satz getrennt)
- außer: naast; behalve; ongeacht; buiten; zonder
- äußer: buitenlands; uit een vreemd land
- Betrieb: bedrijf; zaak; onderneming; firma; handelsbedrijf; maatschappij; vennootschap; coöperatie; maatschap; handelshuis; fabriek; drukte; gedrang; toeloop; toevloed; ophef; kouwe drukte; leven; lawaai; spektakel; herrie; rumoer; kabaal
- betreiben: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; begaan; per ongeluk doen; doorzetten; de liefde bedrijven; doordouwen
außer Betrieb:
Synonyms for "außer Betrieb":
Wiktionary Übersetzungen für außer Betrieb:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • außer Betrieb | → buiten bedrijf; buiten werking | ↔ out of order — not functioning properly |
Computerübersetzung von Drittern: