Deutsch
Detailübersetzungen für als Antwort geben (Deutsch) ins Niederländisch
als Antwort geben: (*Wort und Satz getrennt)
- als: naar; zoals; toen; als; dan
- Antwort: antwoord; oplossing; uitkomst; reactie; beantwoording; repliek; weerwoord; bescheid; retort
- geben: geven; doneren; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; vergeven; weggeven; wegschenken; verdelen; gunnen; uitreiken; distribueren; ronddelen; gunst verlenen; voordoen; voorbinden