Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
Flurstück:
The word Flurstück exists in our database, but we currently do not have a translation from German to Dutch.-
Synonyms for "Flurstück":
Grundbuchskörper; Parzelle; Gemarchen; Gemarkung; Markung
-
Synonyms for "Flurstück":
Deutsch
Detailübersetzungen für Flurstück (Deutsch) ins Niederländisch
Flurstück: (*Wort und Satz getrennt)
- Flur: gang; corridor; hal; entree; portaal; voorportaal; vestibule; doorgang; passage; overloop
- Stück: onderdeel; deel; stuk; element; component; bestanddeel; ingrediënt; fractie; basisbestanddeel; gedeelte; part; drama; toneelstuk; schouwspel; bijdrage; aandeel; inbreng; brok; suikerklontje; klont; bon; coupon; plak; moot; tranche; deeltje; onderdeeltje; lap; stuk stof; segment; brokje; kleine brok
Spelling Suggestions for: Flurstück
Flurstück:
Synonyms for "Flurstück":
Computerübersetzung von Drittern: