Deutsch
Detailübersetzungen für zurückverfolgen (Deutsch) ins Niederländisch
zurückverfolgen: (*Wort und Satz getrennt)
- zurück: terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterwege
- verfolgen: doorgaan; aanhouden; voortzetten; verdergaan; continueren; voortgaan; volgen; achtervolgen; achternazitten; nazitten; prolongeren; vervolgen; berechten; gerechtelijk vervolgen; een stapje verder gaan; traceren