Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
schwer sein:
-
Wiktionary:
schwer sein → wegen, zwaar zijn, het gewicht bepalen, afwegen
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für schwer sein (Deutsch) ins Niederländisch
schwer sein: (*Wort und Satz getrennt)
- schwer: zwaar; machtig; moeilijk verteerbaar; slecht verteerbaar; met een groot gewicht; vervelend; saai; rot; melig; ellendig; afgezaagd; langdraadig; langwijlig; naar; onaangenaam; storend; hinderlijk; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; vaak; regelmatig; dikwijls; veelvuldig; meermaals; frequent; menigmaal; lastig; kritiek; delicaat; precair; hachelijk; penibel; netelig; enorm; aanzienlijk; behoorlijk; flink; fors; beduidend; aanmerkelijk; grof; ruw; lomp; grofgebouwd; agressief; gewelddadig; groots; grootschalig; massief; reuze; beklemmend; in hoge mate; nijpend; geducht; knellend; smartelijk; niet hol
- Sein: zijn; bestaan; leven; existentie
- sein: behoren bij; behoren tot; zijn van; toebehoren aan; spruiten; uitschieten; uitschieten plantkunde; zijn
Wiktionary Übersetzungen für schwer sein:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schwer sein | → wegen; zwaar zijn; het gewicht bepalen; afwegen | ↔ peser — appuyer fortement sur une chose, faire sentir son poids. |