Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. Bord:
    • Wiktionary:
      Bord → boord
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. bord:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für Bord (Niederländisch) ins Deutsch

bord:

bord [het ~] Nomen

  1. het bord (eetbord)
    der Teller; Schild; die Tafel; die Wandtafel; die Schultafel
  2. het bord (schoolbord)
    die Wandtafel; die Schultafel; die Tafel
  3. het bord (reclamebord)
    Werbeschild; Reklameschild; Anzeigebrett; die Anzeigetafel

Übersetzung Matrix für bord:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Anzeigebrett bord; reclamebord
Anzeigetafel bord; reclamebord scorebord
Reklameschild bord; reclamebord
Schild bord; eetbord blazoenen; naambord; wapenschilden
Schultafel bord; eetbord; schoolbord
Tafel bord; eetbord; schoolbord lijst; pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tabel; tablet; tafel
Teller bord; eetbord borden
Wandtafel bord; eetbord; schoolbord
Werbeschild bord; reclamebord

Verwandte Wörter für "bord":


Verwandte Definitionen für "bord":

  1. houten of kartonnen blad met vakjes1
    • zet het schaakbord maar vast klaar!1
  2. plaat met een tekst of een teken1
    • op het bord stond: verboden in te rijden1
  3. stuk servies waar je van eet1
    • ik kreeg aardappels op mijn bord1

Wiktionary Übersetzungen für bord:

bord
noun
  1. runder, meist flacher Teil des Essgeschirrs, auf dem die Speisen vor dem Verzehr angerichtet werden

Cross Translation:
FromToVia
bord Tafel blackboard — a surface that can be written upon with chalk
bord Pult board — device containing electrical switches
bord Tafel board — blackboard, whiteboard, etc.
bord Schüssel; Teller dish — vessel for holding/serving food
bord Gericht dish — contents of such a vessel
bord Teller plate — dish from which food is served or eaten
bord Schild sign — flat object bearing a message
bord Grundlage assiette — (vieilli) manière d’être assis ou placé.
bord Schild enseignemarque, indice servir à faire reconnaître quelque chose. Dans ce sens, il ne s’employer qu’au pluriel dans la locution adverbiale À bonnes enseignes et la locution conjonctive À telles enseignes que.
bord Brett; Tafel; Bordbrett; Wandbrett; Regalfach; Ablagebrett planche — ais de bois, mince et long
bord Bild; Tabelle; Verzeichnis tableau — peinture|fr peinture déplaçable exécuter sur un panneau de bois, sur une plaque de cuivre, sur une toile tendue sur un châssis, etc.