Übersicht
Deutsch
Detailübersetzungen für Speisesaal (Deutsch) ins Niederländisch
Speisesaal: (*Wort und Satz getrennt)
- Speise: gerecht; schotel; eten; maaltijd; diner; maal; voeding; voedsel; eetwaren; spijs; proviand; voedingsmiddelen
- Saal: zaal; grote kamer; vertrekken; kamer; vertrek; ruimte in een gebouw
- Aal: paling; aal
- AAL: ATM-aanpassingslaag; AAL
- speisen: dineren; tafelen; uitgebreid eten; gebruiken; eten; nuttigen; consumeren; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen; voeren; voeden; schrokken; tegoed doen; voederen; eten geven; bikken; schransen; bunkeren; te eten geven; naar binnen werken; spijzigen; zitten proppen; vreten; opvreten; opeten; leegeten; spijzen; kluiven; knauwen; azen; prooizoeken
Speisesaal:
Synonyms for "Speisesaal":
Wiktionary Übersetzungen für Speisesaal:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Speisesaal | → refter; eetzaal | ↔ refectory — dining-hall |
• Speisesaal | → eetzaal; eetkamer | ↔ réfectoire — lieu où l’on se réunir pour prendre les repas en commun, dans les communautés, dans les collèges, dans les hospices, etc. |