Deutsch
Detailübersetzungen für Landkreis (Deutsch) ins Niederländisch
Landkreis: (*Wort und Satz getrennt)
- Land: land; landmassa; staat; rijk; natie; landschap; platteland; vaderland; geboorteland; thuisland; bakermat; land van herkomst; land van oorsprong
- Kreis: rondje; cirkel; kring; territorium; leefgebied; soos; societiet; krans; kransje; kralenkrans; vereniging; organisatie; orde; club; bond; unie; gilde; ambachtsgilde; vakgenootschap; kringel; kringvormig; cirkelvorm
Wiktionary Übersetzungen für Landkreis:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Landkreis | → graafschap | ↔ county — administrative region of various countries |