Deutsch
Detailübersetzungen für Edelfrau (Deutsch) ins Niederländisch
Edelfrau: (*Wort und Satz getrennt)
- edel: van adel; waardevol; kostbaar; duur; prijzig; adellijk; perfect; prima; hoogwaardig; groots; edel; nobel; edelmoedig; grootmoedig; van goede kwaliteit; gul; vrijgevig; royaal; genereus; ruimhartig; uitstekend; zacht; patent; mild; elegant; uitmuntend; sierlijk; voortreffelijk; welwillend; volmaakt; zachtaardig; gracieus; mak; goedhartig; clement
- Frau: vrouw; gade; mevrouw; dame; echtgenote; vrouwmens; vrouwspersoon; gemalin