Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
offenbar:
-
Wiktionary:
offenbar → kennelijk
offenbar → ogenschijnlijk, klaarblijkelijk, onomwonden, duidelijk, blijkbaar, evident, vanzelfsprekend, voor de hand liggend, kennelijk, uitgesproken, apert - User Contributed Translations for offenbar:
openbaar, blijkbaar, duidelijk -
Synonyms for "offenbar":
anscheinend; möglicherweise; offenkundig; offensichtlich; scheinbar; vermutlich; wahrscheinlich; wohl; womöglich
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für offenbar (Deutsch) ins Niederländisch
offenbar: (*Wort und Satz getrennt)
- offen: open; niet dicht; toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; frank; rechttoe; eerlijk; oprecht; rechtschapen; leeg; ledig; onbezet; openhartig; openlijk; ronduit; cru; onomwonden; onverbloemd; rechttoe rechtaan; ruiterlijk; onverholen; onbewimpeld; mild; onbewoond; gul; vrijgevig; royaal; vrijpostig; genereus; stoutmoedig; ruimhartig; vrijmoedig; scheutig; contemplatief; onbeschroomd; goedgeefs; onbedeesd; niet beschroomd
- bar: gewoonweg; rechttoe; klinkklaar
- Offen: Mijn geopende
- Bär: beer; teddybeer
offenbar:
Synonyms for "offenbar":
Wiktionary Übersetzungen für offenbar:
offenbar
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• offenbar | → ogenschijnlijk; klaarblijkelijk | ↔ apparent — seeming |
• offenbar | → onomwonden; duidelijk; blijkbaar | ↔ apparently — plainly |
• offenbar | → evident; vanzelfsprekend; voor de hand liggend; duidelijk; kennelijk; klaarblijkelijk; uitgesproken; apert | ↔ évident — Dont le sens s’impose naturellement à l’esprit, qui a le caractère de l’évidence. |