Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Wellen

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Wellen

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Wellen:
The word Wellen exists in our database, but we currently do not have a translation from German to Dutch.
- Synonyms for "wellen":
  blähen; winden; bauschen; wogen
- Synonyms for "Wellen":
  Dünung; Gewoge; Seegang; Wellengang; Wellenschlag

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

wellen:
- quellen; sprudeln
wel:
- nun; ja; jawohl
- Brunnen; Zisterne
Wiktionary:
- wellen → schweißen
- wel → schon, wohl doch, wohl kaum, mag, wohl, nicht weniger als, sehr wohl, durchaus, ganz bestimmt, zwar
- wel → Quelle, doch, insofern, wofern, ja, allerdings, freilich, immerhin, wohl, zwar, Born

Deutsch

Detailübersetzungen für Wellen (Deutsch) ins Niederländisch

wellen:

Synonyms for "wellen":

blähen; winden; bauschen; wogen

Wellen:

Synonyms for "Wellen":

Dünung; Gewoge; Seegang; Wellengang; Wellenschlag

Niederländisch

Detailübersetzungen für Wellen (Niederländisch) ins Deutsch

Wellen form of wellen:

wellen Verb (wel, welt, welde, welden, geweld)

wellen (borrelen)
quellen; sprudeln
- quellen Verb (quelle, quellst, quellt, quellte, quelltet, gequellt)
- sprudeln Verb (sprudele, sprudelst, sprudelt, sprudelte, sprudeltet, gesprudelt)

Konjugationen für wellen:

o.t.t.

wel
welt
welt
wellen
wellen
wellen

o.v.t.

welde
welde
welde
welden
welden
welden

v.t.t.

ben geweld
bent geweld
is geweld
zijn geweld
zijn geweld
zijn geweld

v.v.t.

was geweld
was geweld
was geweld
waren geweld
waren geweld
waren geweld

o.t.t.t.

zal wellen
zult wellen
zal wellen
zullen wellen
zullen wellen
zullen wellen

o.v.t.t.

zou wellen
zou wellen
zou wellen
zouden wellen
zouden wellen
zouden wellen

diversen

wel!
welt!
geweld
wellend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wellen:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
quellen	borrelen; wellen	in de week zetten; in het hoofd opkomen; ontharden; opwellen; verweken; week maken; weken; zachtmaken
sprudeln	borrelen; wellen	in het hoofd opkomen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; opwellen

Verwandte Wörter für "wellen":

wel

Wiktionary Übersetzungen für wellen:

Cross Translation:

From	To	Via
• wellen	→ schweißen	↔ weld — to join materials (especially metals) by applying heat

Wellen form of wel:

wel adv

wel (welnu)
nun; ja
- nun Adjektiv
- ja Adjektiv
wel (jawel)
jawohl; ja
- jawohl Adjektiv
- ja Adjektiv

wel [de ~] Nomen

de wel (waterput; bron; put)
der Brunnen; die Zisterne
- Brunnen [der ~] Nomen
- Zisterne [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für wel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Brunnen	bron; put; waterput; wel	bron; bronwater; fonteinen; mineraalwater; waterbron; welwater
Zisterne	bron; put; waterput; wel
Adjective	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	betrekkelijk; redelijk; tamelijk
Adverb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
-	nogal
Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ja		inderdaad; ja
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
ja	jawel; wel; welnu	ja; naar; zoals
jawohl	jawel; wel
nun	wel; welnu	momenteel; nu; op het moment; thans

Verwandte Wörter für "wel":

wellen, welen

Synonyms for "wel":

betrekkelijk; nogal; redelijk; tamelijk

Antonyme für "wel":

niet

Verwandte Definitionen für "wel":

behoorlijk, maar niet uitzonderlijk¹
- het was wel leuk op dat feestje¹
bevestigen dat het zo is¹
- Jan gaat niet mee, Piet wel¹
gezond, in orde¹
- ze voelt zich niet wel¹

Wiktionary Übersetzungen für wel:

wel

adverb

een ontkenning ontkennend
- wel → schon; wohl doch
een ontkenning bevestigend
- wel → wohl kaum
een toegeving makend.
- wel → mag; wohl
benadrukkend, verbazing uitdrukkend
- wel → nicht weniger als
wel degelijk
- wel → sehr wohl; durchaus; ganz bestimmt

wel

adverb

Gegensätzliches einräumend (zwar - aber)
- zwar → wel; weliswaar
genauere Beschreibung (und zwar)
- zwar → wel

Cross Translation:

From	To	Via
• wel	→ Quelle	↔ spring — water source
• wel	→ Quelle	↔ well — spring
• wel	→ doch	↔ yes — word used to indicate disagreement or dissent in reply to a negative statement
• wel	→ insofern; wofern; ja; allerdings; freilich; immerhin; wohl; zwar	↔ si — Conjonction qui introduit une condition (suivie d’une conséquence) ou une supposition qui peut être supprimée en utilisant un conditionnel. Dans le cas où, à condition que, supposer que.
• wel	→ Born; Quelle	↔ source — Endroit d’où sort l’eau

¹Muiswerk Woordenboek