Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
Dingwort:
-
Wiktionary:
Dingwort → zelfstandig naamwoord, substantief -
Synonyms for "Dingwort":
Hauptwort; Namenwort; Nomen; Substantiv; Satzpartikel; Satzteil; Wort
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für Dingwort (Deutsch) ins Niederländisch
Dingwort: (*Wort und Satz getrennt)
- Ding: goed; artikel; zaak; ding; voorwerp; object; item; kind; kleuter; kleintje; klein meisje; klein kind; kleine jongen; peuter; worm; kleinigheid; dreumes; uk; futiliteit; peulenschil; dingetje; wurm; bagatel; hummel; niemendalletje; wissewasje; onbelangrijk iets
- Wort: woord
Dingwort:
Synonyms for "Dingwort":
Wiktionary Übersetzungen für Dingwort:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Dingwort | → zelfstandig naamwoord; substantief | ↔ noun — grammatical category |