Deutsch
Detailübersetzungen für Rechenart (Deutsch) ins Niederländisch
Rechenart: (*Wort und Satz getrennt)
- rechen: aanharken; harken; bijeenharken
- Art: manier; procedure; wijze; methode; wijs; handelwijze; trant; soort; type; slag; genre; ras; karakter; aard; geaardheid; inborst; natuur; mentaliteit; inslag; gemoed; kwaliteit; stam; hoedanigheid; gesteldheid; temperament; volksstam; gemoedsgesteldheid; gemoedsaard
- Rechen: hark