Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: verachten

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: verachten

Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. verachten:
  2. Wiktionary:
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. verachten:
  2. Wiktionary:

Deutsch

Detailübersetzungen für verachten (Deutsch) ins Niederländisch

verachten:

verachten Verb (verachte, verachtest, verachtet, verachtete, verachtetet, verachtet)

  1. verachten (verschmähen; geringschätzen)
    minachten; verachten; neerkijken op; geringschatten
    • minachten Verb (minacht, minachtte, minachtten, geminacht)
    • verachten Verb (veracht, verachtte, verachtten, veracht)
    • neerkijken op Verb (kijk neer op, kijkt neer op, keek neer op, keken neer op, neergekeken op)
    • geringschatten Verb (geringschat, geringschatte, geringschatten, geringgeschat)
  2. verachten (verschmähen; geringschätzen)
    versmaden; laten passeren

Konjugationen für verachten:

Präsens
  1. verachte
  2. verachtest
  3. verachtet
  4. verachten
  5. verachtet
  6. verachten
Imperfekt
  1. verachtete
  2. verachtetest
  3. verachtete
  4. verachteten
  5. verachtetet
  6. verachteten
Perfekt
  1. habe verachtet
  2. hast verachtet
  3. hat verachtet
  4. haben verachtet
  5. habt verachtet
  6. haben verachtet
1. Konjunktiv [1]
  1. verachte
  2. verachtest
  3. verachte
  4. verachten
  5. verachtet
  6. verachten
2. Konjunktiv
  1. verachtete
  2. verachtetest
  3. verachtete
  4. verachteten
  5. verachtetet
  6. verachteten
Futur 1
  1. werde verachten
  2. wirst verachten
  3. wird verachten
  4. werden verachten
  5. werdet verachten
  6. werden verachten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verachten
  2. würdest verachten
  3. würde verachten
  4. würden verachten
  5. würdet verachten
  6. würden verachten
Diverses
  1. veracht!
  2. verachtet!
  3. verachten Sie!
  5. verachtet
  6. verachtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Übersetzung Matrix für verachten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
geringschatten geringschätzen; verachten; verschmähen
laten passeren geringschätzen; verachten; verschmähen
minachten geringschätzen; verachten; verschmähen
neerkijken op geringschätzen; verachten; verschmähen
verachten geringschätzen; verachten; verschmähen
versmaden geringschätzen; verachten; verschmähen

Synonyms for "verachten":


Wiktionary Übersetzungen für verachten:

verachten
verb
  1. in hoge mate minachten
  2. trotseren
Cross Translation:
FromToVia
• verachten → verachten ↔ despise — to regard with contempt or scorn
• verachten → minachten; versmaden ↔ disdain — to regard someone with strong contempt
• verachten → minachten; verachten ↔ scorn — to feel contempt or disdain for something or somebody
• verachten → versmaden ↔ spurn — to reject disdainfully
• verachten → achteloos voorbijgaan aan; geen aandacht schenken aan; achterstellen; verwaarlozen; verzaken; een hekel hebben aan; minachten; versmaden; inbreuk maken op; verachten ↔ dédaigner — considérer avec dédain.
• verachten → minachten; verachten ↔ mépriser — Traductions à trier suivant le sens

Computerübersetzung von Drittern:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verachten (Niederländisch) ins Deutsch

verachten:

verachten Verb (veracht, verachtte, verachtten, veracht)

  1. verachten (minachten; neerkijken op; geringschatten)
    verachten; verschmähen; geringschätzen
    • verachten Verb (verachte, verachtest, verachtet, verachtete, verachtetet, verachtet)
    • verschmähen Verb (verschmähe, verschmähst, verschmäht, verschmähte, verschmähtet, verschmäht)
    • geringschätzen Verb (geringschätze, geringschätzt, geringschätzte, geringschätztet, geringgeschätzt)

Konjugationen für verachten:

o.t.t.
  1. veracht
  2. veracht
  3. veracht
  4. verachten
  5. verachten
  6. verachten
o.v.t.
  1. verachtte
  2. verachtte
  3. verachtte
  4. verachtten
  5. verachtten
  6. verachtten
v.t.t.
  1. heb veracht
  2. hebt veracht
  3. heeft veracht
  4. hebben veracht
  5. hebben veracht
  6. hebben veracht
v.v.t.
  1. had veracht
  2. had veracht
  3. had veracht
  4. hadden veracht
  5. hadden veracht
  6. hadden veracht
o.t.t.t.
  1. zal verachten
  2. zult verachten
  3. zal verachten
  4. zullen verachten
  5. zullen verachten
  6. zullen verachten
o.v.t.t.
  1. zou verachten
  2. zou verachten
  3. zou verachten
  4. zouden verachten
  5. zouden verachten
  6. zouden verachten
diversen
  1. veracht!
  2. veracht!
  5. veracht
  6. verachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verachten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
geringschätzen geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten laten passeren; neerbuigend bejegenen; versmaden
verachten geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten laten passeren; versmaden
verschmähen geringschatten; minachten; neerkijken op; verachten laten passeren; versmaden

Wiktionary Übersetzungen für verachten:

verachten
verb
  1. in hoge mate minachten
  2. trotseren
Cross Translation:
FromToVia
• verachten → verabscheuen ↔ abominate — to feel disgust towards, to hate in the highest degree
• verachten → verachten ↔ despise — to regard with contempt or scorn
• verachten → verachten ↔ scorn — to feel contempt or disdain for something or somebody
• verachten → außer Acht lassen; verachten; mißachten ↔ dédaigner — considérer avec dédain.
• verachten → verachten; mißachten ↔ mépriser — Traductions à trier suivant le sens

Computerübersetzung von Drittern:






Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0444 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden