Deutsch
Detailübersetzungen für Zuchtform (Deutsch) ins Niederländisch
Zuchtform: (*Wort und Satz getrennt)
- Zucht: cultuur; kweek; kweken; teelt; voortplanting; fokkerij; fok; verbouw; reproductie; aanplant; voortbrenging; aankweek; aanfok; orde; discipline; dwang; gehoorzaamheid; tucht; onderwerping; veefokkerij; fokken; aankweken; doen voorttelen; verbouwen; telen; gespuis; gebroed
- Form: vorm; conditie; omtrek; mal; sjabloon; sjablone; modelvorm; in vorm zijn; figuur; verschijning; gedaante; postuur; afgietsel; gietsel; afgieting; type; individu; silhouet; lichaamslijn; shape