Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: herleiten

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: herleiten

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

herleiten:
- Wiktionary:
  herleiten → Afleiden, deduceren, afleiden, abstraheren
- Synonyms for "herleiten":
  ableiten; abstrahieren; generalisieren; induzieren; verallgemeinern
  deduzieren; folgern; kombinieren; konkludieren; schließen; schlussfolgern

Deutsch

Detailübersetzungen für herleiten (Deutsch) ins Niederländisch

herleiten: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

her: geleden; sedert
leiten: leiden; leidinggeven; aanvoeren; commanderen; bevel voeren over; begeleiden; voeren; meevoeren; besturen; leiding geven; voorzitten; managen; verwijzen; coördineren

Spelling Suggestions for: herleiten

herrichten; herrschten; Herrichten

herleiten:

Synonyms for "herleiten":

ableiten; abstrahieren; generalisieren; induzieren; verallgemeinern
deduzieren; folgern; kombinieren; konkludieren; schließen; schlussfolgern

Wiktionary Übersetzungen für herleiten:

Cross Translation:

From	To	Via
• herleiten	→ Afleiden	↔ deduce — to deduce
• herleiten	→ deduceren; afleiden	↔ derive — deduce (a conclusion) by reasoning
• herleiten	→ afleiden	↔ derive — find the derivation of (a word or phrase)
• herleiten	→ abstraheren; afleiden; deduceren	↔ déduire — soustraire d’une somme à payer telle ou telle fraction qui n’est pas à verser.
• herleiten	→ afleiden	↔ dériver — Être issu par dérivation propre ou impropre

Computerübersetzung von Drittern:

Niederländisch

Suggestions for herleiten in Niederländisch

Spelling Suggestions for: herleiten

herleven; herleiden; herlezen; herleide; herleidend; herleidden; herleidt; hervatten; herten; herleidde

Computerübersetzung von Drittern: