Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
gut aufgelegt:
-
Wiktionary:
gut aufgelegt → goedgeluimd -
Synonyms for "gut aufgelegt":
ausgelassen; beglückt; beschwingt; bumsfidel; erheitert; fidel; froh gelaunt; frohgemut; fröhlich; gut drauf; gut gelaunt; heiter; lustig; mopsfidel; vergnügt
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für gut aufgelegt (Deutsch) ins Niederländisch
gut aufgelegt: (*Wort und Satz getrennt)
- Gut: terrein; vastgoed; hof; erf; grondgebied; territorium; onroerende zaken; onroerende goederen; heem; vrachtgoed; boerenerf
- gut: goed; precies; juist; correct; geweldig; uitstekend; fantastisch; schitterend; groots; voortreffelijk; magnifiek; grandioos; uitnemend; prima; kiplekker; tof; gaaf; mieters
- aufgelegt: opgelegd; gestemd; gehumeurd; bijgevuld; gemutst
gut aufgelegt:
Synonyms for "gut aufgelegt":
Wiktionary Übersetzungen für gut aufgelegt:
gut aufgelegt
adjective
-
in een toestand van vrolijkheid verkerend.
Computerübersetzung von Drittern: