Deutsch
Detailübersetzungen für Reizzustand (Deutsch) ins Niederländisch
Reizzustand: (*Wort und Satz getrennt)
- Reiz: aantrekkingskracht; charme; gratie; bekoring; bekoorlijkheid; aanlokkelijkheid; stimulans; betovering; fascinatie; prikkel; impuls; aantrekkelijkheid; opwelling; attractiviteit; luim; lieflijkheid; lieftalligheid; aanhalen; vleien; aanmoediging; aai; opwekking; streling; aansporing; stimulering; liefkozing; bevalligheid; gestreel; animering; aaiing
- Zustand: staat; positie; toestand; gesteldheid; conditie; ligging; status