Deutsch
Detailübersetzungen für Hausschlange (Deutsch) ins Niederländisch
Hausschlange: (*Wort und Satz getrennt)
- Hau: klap; harde slag
- Schlange: slang; serpent; file; rij; colonne; trut; troela; troel; heks; teef; viswijf; loeder; feeks; haaibaai; helleveeg; vals wicht; rijtje; waterslang; vervelend kreng; waterserpent; klier; kreng; schurk; smeerlap; schoft; stuk ongeluk; mispunt; gelid; ellendeling; veldslang
- Haus: huis; perceel; bouwwerk; gebouw; pand; honk; gebied; terrein; kavel; bouwterrein; blok; vastgoed; onroerende zaken; onroerende goederen; speelgoedblok; complex
Spelling Suggestions for: Hausschlange
- Searching for suggestions...
Wiktionary Übersetzungen für Hausschlange:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Hausschlange | → adder | ↔ couleuvre — zoologie|nocat=1 serpent cosmopolite de la famille des colubridés, de taille moyenne, qui se nourrit de petits rongeurs. En France, on trouve par exemple la couleuvre de Montpellier. |
Computerübersetzung von Drittern:
Niederländisch
Suggestions for Hausschlange in Niederländisch
Spelling Suggestions for: Hausschlange
- Searching for suggestions...
Computerübersetzung von Drittern: