Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
dicht auffahren:
-
Wiktionary:
dicht auffahren → bumperkleven, kleven
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für dicht auffahren (Deutsch) ins Niederländisch
dicht auffahren: (*Wort und Satz getrennt)
- dicht: dichtbij; vlakbij; in de buurt; nabij; nabijgelegen; dicht; gesloten; op slot; dicht opeen; nabije; potdicht
- Auffahren: oprijden; opvaren; opschrikken; opvliegen; opstuiven; driftig zijn
- auffahren: meevaren; aanmonsteren; meevaren als passagier; inrijden; binnenrijden; oprijden; doen opschrikken; opwaarts rijden
Spelling Suggestions for: dicht auffahren
- Searching for suggestions...
Wiktionary Übersetzungen für dicht auffahren:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • dicht auffahren | → bumperkleven; kleven | ↔ tailgate — drive dangerously close behind another vehicle |
Computerübersetzung von Drittern:
Verwandte Übersetzungen für dicht auffahren
Niederländisch
Suggestions for dicht auffahren in Niederländisch
Spelling Suggestions for: dicht auffahren
- Searching for suggestions...
Computerübersetzung von Drittern: