Deutsch
Detailübersetzungen für Seeschaden (Deutsch) ins Niederländisch
Seeschaden: (*Wort und Satz getrennt)
- See: zee; oceaan; wereldzee; sop; meer
- schaden: schaden; nadelig zijn; benadelen; duperen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; nadeel toebrengen; misdrijven; kwaad doen; beschadigen; kwaad kunnen; kwetsen; krenken; deren; molesteren; schadelijk zijn voor
- Schaden: schade; beschadiging; nadeel; verlies
- Schäden: schade; beschadiging; blessures; beschadigingen; verlies; het verliezen; verstoringen; schades; defecten; wonden; verwondingen; kwetsuren; handicaps
Wiktionary Übersetzungen für Seeschaden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Seeschaden | → averij | ↔ avarie — marine|fr dommage survenir à un bâtiment ou aux marchandises dont il charger. |