Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Halbfigur

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Halbfigur

Deutsch

Detailübersetzungen für Halbfigur (Deutsch) ins Niederländisch

Halbfigur: ^{(*Wort und Satz getrennt)}

halb: half
Figur: personage; figuur; verschijning; gedaante; postuur; vorm; gestalte; persoon; iemand; mens; wezen; mensenkind; beeldje; silhouet; lichaamslijn; type; individu; gek; idioot; zot; debiel; mafkees; flapdrol; imbeciel; mafketel; waanzinnige; mafkikker; lichaamspostuur