Deutsch
Detailübersetzungen für Freiland (Deutsch) ins Niederländisch
Freiland: (*Wort und Satz getrennt)
- frei: vrij; losbandig; ongebonden; ongebreideld; bandeloos; gratis; kosteloos; voor niets; pro deo; zonder kosten; in vrijheid; beschikbaar; vacant; disponibel; onafhankelijk; leeg; spontaan; vrijwillig; ledig; onbezet; onverplicht; onbedekt; uit vrije wil; onoverdekt; frank; rechttoe; open; toegankelijk; benaderbaar; onbelast; onbelast inkomen; genaakbaar; niet belast; vrij van schulden; onbewoond; ongestoord; vrijuit; ongehinderd; ongemoeid; onverstoord
- Land: land; landmassa; staat; rijk; natie; landschap; platteland; vaderland; geboorteland; thuisland; bakermat; land van herkomst; land van oorsprong
- Frei-: onbedekt; onoverdekt
Spelling Suggestions for: Freiland
Wiktionary Übersetzungen für Freiland:
Freiland
noun
-
Gartenbau, Landwirtschaft: nicht überdachte Anbaufläche im Freien
- Freiland → open lucht
Computerübersetzung von Drittern:
Niederländisch