Deutsch
Detailübersetzungen für Zwangsarbeitslager (Deutsch) ins Niederländisch
Zwangsarbeitslager: (*Wort und Satz getrennt)
- Zwang: dwang; pressie; bloeddruk; tensie; druk; oplage; uitgave
- Arbeitslager: werkkamp
- Zwangsarbeit: dwangarbeid
- Lager: lager; leger; hazenleger; magazijn; voorraadkamer; voorraadplaats; provisiekamer; opslag; opslagplaats; voorraadmagazijn; berging; bewaarplaats; warenhuis; depot; opslagruimte; pakhuis; bergplaats; voorraadschuur; pils; licht bier; legerplaats; ligopslagplaats; voorraad
- zwingen: dwingen; dwingen te doen; noodzaken; nopen; door iets genoodzaakt worden