Deutsch
Detailübersetzungen für Wertstück (Deutsch) ins Niederländisch
Wertstück: (*Wort und Satz getrennt)
- wert: waard; favoriete; lievelings; dierbaar; geselecteerd; toegenegen; verkoren; beroemd; aanzienlijk; voornaam; verheven; gewichtig; adelijk; illuster; hooggeplaatst; gedistingeerd; doorluchtig
- Stück: onderdeel; deel; stuk; element; component; bestanddeel; ingrediënt; fractie; basisbestanddeel; gedeelte; part; drama; toneelstuk; schouwspel; bijdrage; aandeel; inbreng; brok; suikerklontje; klont; bon; coupon; plak; moot; tranche; deeltje; onderdeeltje; lap; stuk stof; segment; brokje; kleine brok
- Wert: waarde; verdienste; merite; zin; betekenis; bedoeling; beduiding; beduidenis; belang; gewichtigheid