Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
Öl ins Feuer gießen:
-
Wiktionary:
Öl ins Feuer gießen → opstoken, olie op het vuur gieten -
Synonyms for "Öl ins Feuer gießen":
Nahrung geben; schüren; vergrößern
anecken; anheizen; provozieren; schüren
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für Öl ins Feuer gießen (Deutsch) ins Niederländisch
Öl ins Feuer gießen: (*Wort und Satz getrennt)
- Öl: olie; aardolie; vet; smeer; motorolie; reuzel; zonnebrandolie
- Feuer: brand; vuur; fik
- Gießen: storten; gieten; plenzen; stortregenen
- gießen: gieten; plenzen; stortregenen; geven; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; serveren; tappen; inschenken; bijgieten; intappen; vergieten; overgieten; overstorten; overschenken; vullen; volschenken; ingieten
Öl ins Feuer gießen:
Synonyms for "Öl ins Feuer gießen":
Wiktionary Übersetzungen für Öl ins Feuer gießen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Öl ins Feuer gießen | → opstoken; olie op het vuur gieten | ↔ add fuel to the fire — worsen a conflict |