Deutsch
Detailübersetzungen für ganz egal (Deutsch) ins Niederländisch
ganz egal: (*Wort und Satz getrennt)
- ganz: heel; hele; intact; alles; allemaal; totaal; helemaal; compleet; redelijk; behoorlijk; nogal; tamelijk; volledig; fulltime; volkomen; algeheel; kompleet; volslagen; gaaf; zuiver; puur; ongerept; maagdelijk; onaangeraakt; virginaal; voluit
- egal: gelijk; vlak; strak; glad; plat; egaal; geslepen; vlakuit; onverschillig; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; laconiek; indifferent; effen; van één kleur; ongegrond; ongemotiveerd; ongefundeerd; zonder grond
Wiktionary Übersetzungen für ganz egal:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ganz egal | → uitmaken; laat maar | ↔ never mind — it is not important |